B.V.L.G.

Mijn Initialen - Bedenkingen van en over mezelf, over business, over het webgebeuren, over social media, over alles rondom mij

26 april 2010

Pendelaars naar Brussel

Vorige week heb ik in de online kranten berichten opgemerkt over de pendelende automobilisten die weinig interesse zouden betonen in gratis openbaar vervoer : De Standaard - Pendelaars niet geïnteresseerd in gratis vervoer en De Morgen - Slechts 9 procent ruilt auto in voor gratis openbaar vervoer.

Pas nu heb ik de bron gevonden waarop deze nieuwsberichten gebaseerd waren. Het betreft een studie die op de website Brussels Studies, het elektronisch wetenschappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel, gepubliceerd werd. De exacte referentie naar de studie is :
Astrid De Witte & Cathy Macharis, Pendelen naar Brussel: hoe aantrekkelijk is 'gratis' openbaar vervoer?, Brussels Studies, Nummer 37, 19/04/2010, p., (pdf, 280 kb)

Uit de studie heb ik opgestoken dat er 360.000 mensen zijn die elke weekdag naar en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest pendelen voor hun werk. Het is natuurlijk interessant dat er onderzoek gebeurt naar de personen die zich dagelijks naar Brussel verplaatsen, met de wagen of met het openbaar vervoer. Maar indien blijkt dat de studie gebaseerd is op enquêts die reeds in 2005 afgenomen werden, dan heb ik toch mijn bedenkingen.
De enquêtes werden afgenomen tijdens de maanden maart en april 2005 door studenten. Die enquêtes maakten deel uit van een taak voor hun marketing onderzoekscursus. De studenten kregen de opdracht om de referentieproporties betreffende geslacht en leeftijd, die overeenstemden met de proporties van de pendelpopulatie, als richtlijnen te gebruiken. Ze waren wel vrij om te beslissen waar ze hun respondenten zochten. Zoals kon worden verwacht gingen sommigen van hen postvatten aan een treinstation terwijl anderen mensen ondervroegen die ze ontmoetten
dicht bij hun woonplaats, die hoofdzakelijk in Vlaanderen was gelegen. Op die manier is de steekproef eerder regionaal geselecteerd. Uiteindelijk verzamelden de studenten 1276 geldige enquêtes die konden worden gebruikt om een analyse te maken van de pendeldata: 536 exemplaren werden ingevuld door wagenpendelaars (Nwagen = 536) en 740 door treinpendelaars (Ntrein = 740).
De situatie van zowel de wagenpendelaars als de treinpendelaars lijkt mij sinds 2005 wel enigzins gewijzigd te zijn. Uitspraken zoals "De meerderheid van de treingebruikers geeft aan dat ze tevreden (65 procent) tot heel tevreden (10 procent) zijn met het niveau van dienstverlening van de trein." komen niet overeen met de reacties die ik krijg van mijn collega's die met de trein naar Brussel komen. Bovendien tonen de eigen cijfers van de NMBS aan dat de stiptheid van de treinen in dalende lijn gaat. Aan de andere kant is er bij de publieke opinie en sommige bedrijven in het bijzonder meer aandacht voor mobiliteit. Meer en meer bedrijven bieden hun werknemers bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer aan.

Ik wil u als afsluiting drie tabellen uit de studie tonen, over de bereidheid van autopendelaars om naar het openbaar vervoer over te schakelen, de obstakels om niet over te schakelen en de bereidheid om over te schakelen indien de obstakels weggeruimd worden.




Voorbije week las ik ook nog een bericht dat de realisatie van het GEN, het voorstadsnet van Brussel pas operationeel zou zijn in 2019 (Brussel Nieuws). De modal shift van auto naar trein zou bijgevolg nog enige tijd kunnen duren ...

Related Posts with Thumbnails